U bent hier
Als de nood het hoogste is…?
Bent u ook blij dat de maand januari met de bijhorende nieuwjaarsrecepties bijna achter de rug is? Ik in ieder geval wel, maar troost u, als de nood het hoogste is, is februari nabij.Geef toe, wij hebben mooie Vlaamse spreekwoorden en soms is het goed om die in gedachte te
hebben als we kijken naar de actualiteit. Zelf kijk ik dan speciaal naar de politieke actualiteit.
Het verkiezingsjaar 2024 is ingezet en wij worden verwacht om op heel wat niveaus onze stem uit te brengen. In juni voor het federale, het gewestelijke en het Europese parlement. In oktober voor onze steden, gemeenten en onze provincies. Behoort ook u tot de generatie die vroeger ook nog stemde voor de senaat? Een typisch Belgisch geval, iedereen wil ze kwijt maar ze blijft toch een beetje bestaan. Wat mij betreft had men die nooit moeten proberen afschaffen omdat ik geloof in een tweekamerstelsel. Een tweede reflectiekamer kan een degelijk instrument zijn om wetteksten nog eens grondig te toetsen en in de landen waar ze nog bestaat is vaak de kwaliteit van de gestemde wetten van een betere kwaliteit.
Maar, vanwaar nu deze titel? Wel laat ons eerst even nadenken over wat ons te wachten staat na de verkiezingen van juni.
Nogmaals een moeder aller verkiezingen?
Dit hoorden we al vaak, ‘de moeder aller verkiezingen’, of ook wel ‘nu is het erop of eronder’. Verkiezingen zijn natuurlijk altijd belangrijk maar toegegeven, soms zijn de uitdagingen dermate groot dat men het resultaat van de kiesstrijd beschouwt als van bijzonder veel belang. Dat belang is dan wel erg theoretisch, want de regeringen die vervolgens gevormd worden zijn niet steeds de afspiegeling van wat er zich electoraal heeft voorgedaan. En voor alle duidelijkheid, ik heb het hier dan vooral over de parlementsverkiezingen aangezien onze lokale verkiezingen veel vaker leiden tot een bestuur dat in de lijn ligt van wat de kiezer in het stemhokje duidelijk maakte.
Indien we even terugkijken naar het verkiezingsjaar 2019, dan mogen we gerust stellen dat de Vlaamse centrumrechtse regering beantwoordde aan de keuze van een ruime meerderheid van de Vlamingen. Federaal kregen we echter een regering die grondwettelijk was maar toch een serieus loopje nam met de democratische gedachte: een minderheid die de Vlaamse meerderheid moest vertegenwoordigen en een extreemlinks regeerakkoord dat ook kompleet tegendraads was ten opzichte van de centrumrechtse politieke wens in Vlaanderen.
Dit is, en ik schreef het hier al vaker, vooral een gevolg van de verregaande versnippering van het politieke landschap. Onze partij is vandaag de grootste maar heeft slechts 25 federale zetels, terwijl in 1971 de CVP/PSC nog 55 zetels binnenhaalde en de VU met 21 zetels de kleinste partij was.
De recente ontwikkelingen met ondermeer de nieuwe lijst van Els Ampe zal deze situatie nog verergeren, tenzij deze nieuwe partijtjes de kiesdrempel niet halen.
Hoe ‘moederlijk’ de verkiezingen van juni zullen worden weet ik niet, maar het wordt wel een spannend iets en niet alleen federaal maar ook op Vlaams niveau.
Pessimisme of optimisme
Onze voorzitter, Bart De Wever, vertelt regelmatig, net zoals heel wat andere kopstukken van onze partij, dat de situatie van België kritiek is. Ik hoef die argumentatie hier niet te herhalen, iedereen weet inmiddels zeer goed dat België de gouden medailles bij de vleet krijgt, maar dan wel in de verkeerde disciplines.
Onze partij gebruikt die argumentatie om de noodzaak te benadrukken van verandering en wij zeggen niet alleen dat het land er niet goed voorstaat, wij geven ook een oplossing om de situatie te verbeteren. Voor mij is dit geen pessimisme, maar realisme en het heeft een optimistische kant omdat we ook duidelijk stellen dat er oplossingen zijn en dat we geloven in een positieve wending, door beter beleid inzake overheidsschuld, lagere belastingen, een eerlijke sociale zekerheid en progressie door innovatie.
Bij de liberalen veroordeelt men de plannen van Bart tot onzin en gaat premier Alexander in zijn volgende ambtstermijn ons vergasten op ‘het beste dat nog moet komen’. Natuurlijk ben ook ik overtuigd dat na drie legislaturen liberaal wanbeleid, indien ze er in slagen om ook maar iets positiefs te realiseren, dit het beste zal zijn dat de liberalen deze eeuw zullen gerealiseerd hebben. Sammy Mahdi zal met zijn partij, samen met Les Engagés, het land hervormen tot een respectvolle natie. Ik reken dus op een begroting met respect, respectvolle energie en migratie om maar niet te spreken over de prijs van een winkelkar die respect afdwingt. En ja, ik zal zelfs mijn te hoge belastingen met respect betalen.
Wie Vooruit stemt, krijgt er achteruit gratis bij, tenminste zo lees ik hun slogan, en als ik kijk naar wat ze met ons onderwijs hebben gedaan, geloof ik onze linkse vrienden kompleet.
En de extremen? Die lossen alles op door de grootste te worden of door het land te hervormen tot de Unie der Belgische Sovjet Republieken. Verder commentaar overbodig.
Wat mogen of kunnen we verwachten?
Zoals ik hier ook reeds eerder schreef zou een confederale omslag zeker een oplossing kunnenzijn, maar zelf ben ik daar redelijk pessimistisch in, omdat ik niet inzie waarom de Franstaligen in een systeem zouden stappen waar zij zelf geen enkel voordeel uithalen.
Ook een unitair België zou zelfs een oplossing kunnen zijn, ook al is dat niet mijn droom, indien we een nieuwe grondwet maken die komaf maakt met alle Franstalige voordelen. Eén man, één stem, geen pariteit en weg met alle grendels en alarmbellen. Maar ook hier zullen Franstaligen nooit afstand doen van hun onterechte machtspositie.
Federaal zullen we enkel kunnen hervormen indien we een stevige stok achter de deur hebben, en we kunnen enkel hopen dat we die vinden.
Er is met andere woorden een effectief gevaar dat we federaal een Vivaldi 2 scenario krijgen en dat de toestand van België verder verloedert, wat geen prettige gedachte is.
Maar ook op Vlaams niveau krijgen we een enorme uitdaging. Wat zou de meest dramatische kiesuitslag kunnen zijn?
Stel dat Vlaams Belang uitzonderlijk goed scoort en wij opnieuw een klap krijgen van enkele zetels. Ook de andere partijen zullen dan delen in de schade en we zouden tot een situatie kunnen komen dat er twee alternatieven zijn om een regering te vormen.
Ofwel, indien wij samen met Vlaams Belang een meerderheid zouden hebben en tot een aanvaardbaar regeerakkoord kunnen komen, vormen we een leefbare coalitie met twee partijen, maar zitten we meteen zelf mee in het cordon sanitaire. Het zou in dat scenario ook best mogelijk zijn dat een deel van het middenveld waaronder zeker de vakbonden het land lam leggen.
Het alternatief zou kunnen zijn dat we met vier of zelfs vijf partijen een coalitie moeten maken en dan hebben wij een Vlaamse variant op Vivaldi, wat efficiënt besturen onmogelijk maakt.
Dat, beste lezer, is een situatie die eigenlijk een totale blokkering van het politieke systeem inhoudt, niet enkel op het federale niveau, maar ook op het Vlaamse niveau.
Als de nood het hoogste is, is de redding nabij
Geen enkel land kan zich totale onbestuurbaarheid veroorloven. Toen we voor de federale regeringsvorming 541 dagen nodig hadden, hadden we gelukkig een Vlaamse regering die werkte, en eerlijk gezegd was die situatie beter werkbaar dan de samenwerking met Vivaldi. Maar totale onbestuurbaarheid kan niet, en dus moet er in een dergelijk geval wat gebeuren.
Dienen we dan nieuwe verkiezingen te houden? Waarschijnlijk zou dat niets oplossen, maar watzou er dan wel kunnen?
We zouden in Vlaanderen misschien een regering kunnen samenstellen, los van een politieke meerderheid, maar op basis van neutrale experten. Akkoord, niet verkozenen tot minister benoemen is niet het meest wenselijke, maar we zitten wel met een bijzondere situatie en een gevaar van onbestuurbaarheid. Deze experten kunnen geselecteerd worden op basis van hun kennis en vaardigheden, zoals financieel beleid, economie, mobiliteit, onderwijs, ruimtelijke ordening en zo verder. Zij dienen een regeerakkoord af te spreken en voor te leggen aan het parlement en kunnen na goedkeuring ervan aan de slag.
Het Vlaams parlement kan dan in feite echt zijn rol opnemen als controleapparaat van de regering. Los van het traditionele meerderheid/oppositie systeem kunnen de fracties in verschillende combinaties voorstellen goed- of afkeuren en op een politiek neutrale manier de controle uitvoeren op die regering van technocraten. Als we het zo bekijken zou het zelfs eenherwaardering inhouden van het parlementair mandaat.
In een dergelijk scenario zou er ook binnen het parlement een debat kunnen ontstaan over de noodzakelijke hervormingen om dit soort situaties te voorkomen, en de mogelijkheid te scheppen dat bijvoorbeeld via een dubbele stemronde één partij of een coalitie van maximum twee partijen kan besturen. Dat alles kan plaats vinden terwijl het gewest toch bestuurd wordt onder parlementair toezicht.
Problemen en uitdagingen zijn steeds opportuniteiten en misschien kan juni 2024 een stap worden naar een upgrade van onze democratie en die is er nodig, in Vlaanderen, in België en zeker in Europa.
Veel kiezers zijn inderdaad boos en met klassieke politiek gewoon verder doen zal die boosheidniet doen verdwijnen. Alle partijen zullen moeten bereid zijn om duidelijk te bewijzen dat menwerkt aan de oorzaken van die boosheid en dat het belang van de grote meerderheid van dekiezers primeert op het partijbelang. Dat is, denk ik, de ware inzet van deze verkiezingen, en als we dat aanvaarden en ernaar handelen, is de redding nabij.
Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.