U bent hier
De nood is hoog, waar blijft de redding?
Mijn laatste nieuwsbrief dateert van januari. Een fusie tussen Merelbeke en Melle, en dus ook tussen onze beide N-VA afdelingen, een jaar met twee verkiezingen en een familiale uitdaging maakten dat ik pas nu opnieuw aan de schrijftafel ga zitten.
Die nieuwsbrief uit januari eindigde als volgt: “Veel kiezers zijn inderdaad boos en met klassieke politiek gewoon verder doen zal die boosheid niet doen verdwijnen. Alle partijen zullen moeten bereid zijn om duidelijk te bewijzen dat men werkt aan de oorzaken van die boosheid en dat het belang van de grote meerderheid van de kiezers primeert op het partijbelang. Dat is, denk ik, de ware inzet van deze verkiezingen, en als we dat aanvaarden en ernaar handelen, is de redding nabij.”
Als ik die zin vandaag herlees kan ik niets anders dan denken dat de redding nog behoorlijk veraf is.
9 juni, een onverwacht resultaat
De voorbije jaren werden we regelmatig om de oren geslagen met peilingen die het Chinees Belang telkens uitriepen tot grote overwinnaar en onze partij als tweede met in het beste geval 3% verschil, maar soms wel tot 6% minder dan de club der ontevredenen. Ook de media deden flink mee met stellingen als zou de Vlaamse Regering het minstens even slecht doen als de federale Vivaldisten.
Toegegeven, onze Vlaamse coalitie was vaak geen toonbeeld van harmonie, en sommige beslissingen kwamen er met bijzonder veel pijn en moeite, maar ze kwamen er wel. Het regeerakkoord werd uitgevoerd op Vlaams niveau en ons financieel rapport was meer dan behoorlijk dankzij een sterke Matthias Diependale als verantwoordelijke minister.
Onze partijtop stapte samen met onze militanten in een stevige campagne in de wetenschap dat het hard en moeilijk zou worden maar onderhuids geloofde niemand nog dat we het VB konden bijbenen, laat staan verslaan. En laat dat nu net zijn wat er gebeurde in de latere namiddag van zondag 9 juni. Onze militanten gaven het beste van zichzelf en Bart De Wever als briljant strateeg konden de kiezer overtuigen dat onze partij nog steeds het nummer 1 verdient. Het werd een onverwachte overwinning die snel alle vermoeidheid van de campagne deed vergeten.
Maar er was meer. In Wallonië waren MR en Les Engagés de grote overwinnaars die samen snel de gewest- en gemeenschapsregeringen konden vormen zonder de PS. In Vlaanderen kreeg OpenVLD een pandoering van jewelste en dat was eerlijk gezegd verdient, maar het schikte de kaarten voor een coalitie wel even anders.
Gelukkig was er geen meerderheid N-VA met VB, zodat we het debat over dit drama konden voorkomen maar de liberalen moesten wel worden ingeruild voor de socialisten van Vooruit om tot een werkbare coalitie te komen.
Vrij snel kwamen er Vlaamse onderhandelingen tussen onze partij, CD&V en Vooruit, en diezelfde drie partijen gingen federaal met MR en Les Engagés in gesprek.
Optimisme sloeg de klok
Iedereen, ook de media, waren overtuigd dat er snel een federale regering zou kunnen gevormd worden. Vooruit, als enige linkse partij in een centrumrechtse coalitie, zorgde voor enkele vraagtekens, maar bij gebrek aan andere opties, geloofde men toch in een snelle formatie. Dat bleek ook uit de beslissingen van het staatshoofd die op korte termijn Bart De Wever aanstelde als informateur, préformateur en uiteindelijk formateur.
Ik schreef op sociale media dat dit voor Vooruit een unieke kans was om te vervellen van een oubollige socialistische partij tot een moderne sociaal-democratische partij. Zij kon met wat linkse accenten voor evenwicht zorgen binnen een centrumrechtse regering en net zoals CD&V hun Vivaldi-tribulaties doen vergeten met constructief beleid.
Natuurlijk moest iedereen voor zijn achterban en zeker een linkse partij wat komedie opvoeren en niet hals-over-kop instemmen met wat door de formateur op tafel werd gelegd. Deze laatste speelde het spel briljant en begon met een N-VA startnota die vervolgens stapsgewijs werd aangepast om het voor iedereen verteerbaar te maken.
Toen op een vrijdagavond vier van de vijf partijen zich kon vinden met het aanbod en Vooruit toch tekens gaf dat het ook voor hen mogelijk werd was het optimisme groot. De krijtlijnen waren duidelijk en iedereen keek uit naar een laatste inspanning om de socialisten over de brug te krijgen en dan konden de echte formatiegesprekken aanvangen. Bart speelde zijn rol als neutrale spelverdeler zoals het een formateur (en premier) past en Jan Jambon verdedigde de standpunten van onze partij.
En toen sloeg de noodklok
De volgende zondag reed de rode fiat letterlijk en figuurlijk het onderhandelingsgebouw binnen en kwam er een ja van Conner, nadat de formateur had toegegeven om de roerende voorheffing niet te verlagen naar 25%. Leuk, maar…toen ontbond Bouchez al zijn duivels. De man die tot dan zich erg kalm had gehouden en de indruk had gewekt een constructief partner te zijn, schoot meteen het deal aan flarden. Het werd niet een koud non, maar het kwam met veel verbaal geweld dat bijzonder kwetsend ervaren werd door de andere deelnemers.
De situatie had nog kunnen gered worden met wat excuses en de bereidheid om over dat laatste struikelblok te onderhandelen en tot een aanvaardbaar compromis te komen. Maar zo zit mijnheer Bouchez blijkbaar niet in elkaar. Er kwamen vanuit de MR enkel belachelijke en zelfs beledigende tegenvoorstellen en het optimisme was weg. Bart De Wever had geen andere optie dan zijn ontslag aan te bieden aan de koning, die aanvaardde.
Het is lastig om u voor te stellen dat dit een incident was dat er plots kwam wegens ‘een brug te ver’. Eerder doet het vermoeden dat de MR voorzitter wachtte op de gepaste gelegenheid om de formateur te torpederen. Iedereen, ook Bouchez, wenst echter deze coalitie want het enige alternatief is een vorm van Vivaldi 2 met de PS. Wat moeten we hier nu van denken?
Twee redenen kan ik bedenken. Ten eerste Bouchez wil zelf premier worden, want aan de job als Waals Minister-President heeft hij verzaakt en dit zou wel passen binnen het narcistisch ego van deze man. Ten tweede hij wil De Wever blokkeren in zijn communautaire plannen. Laat ons daarbij niet vergeten dat Sander Loones in alle discretie hierover gesprekken voert waarvan niets lekt in de pers, maar die Bouchez wel op de voet volgt. Dat het de bedoeling zou zijn om de formatie over de lokale verkiezingen te tillen is ongeloofwaardig. Mocht men akkoord geraakt zijn over de basistekst dan waren er nog lange onderhandelingen nodig geweest vooraleer er een regeerakkoord kon worden beklonken.
Wat zijn de gevolgen?
Een snelle regeringsvorming zit er dus niet meer in en dat heeft wel degelijk belangrijke gevolgen. Mochten we federaal verder onderhandeld hebben, konden we het Vlaamse regeerakkoord aangepast hebben aan de mogelijkheden van het federale. Dat kan nu niet meer en dat is niet prettig maar ook niet cruciaal.
Er bestaat een kans dat er federaal toch een andere coalitie komt en dan zitten we Vlaams en federaal weeral met een asymmetrie die het regeren moeilijker maakt en ook dat is niet cruciaal maar toch vervelender dan het voorgaande punt.
Als er opnieuw verder met dezelfde partners onderhandeld wordt, zal de sfeer veel bitsiger zijn dan bij de aanvang in juni omdat het vertrouwen gebroken is, en vertrouwen is cruciaal in coalitiegesprekken. Het is trouwens momenteel onduidelijk wie de volgende formatiepoging dan zou ondernemen. Het enige lichtpunt vandaag is dat Maxime Prévot is aangesteld als bemiddelaar en deze man heeft zich toch wel getoond als constructief partner, ook tegenover onze voorzitter.
Ons begrotingstekort groeit dagelijks met miljoenen en daar kan enkel een nieuwe regering maatregelen tegen treffen. Dat is wel cruciaal en dit tast de financiële draagkracht aan van de ganse bevolking.
De ratingbureaus volgen met argusogen de ontwikkelingen in dit land en het afspringen van de onderhandelingen zou wel eens snel kunnen leiden tot het verlagen van de Belgische rating. Dit maakt dat we miljoenen meer aan rente moeten betalen op onze uitstaande leningen en ook dat treft de totale bevolking.
Deze bijkomende kosten overtreffen in ruime mate de meerwaardebelasting waartegen Bouchez fulmineert. Bovendien was deze meerwaardebelasting ingebed aan dermate beperkingen dat het effectief enkel grotere beleggers zou treffen. Dat Voka, Unizo en de Beleggersvereniging geen graten zagen in die belasting zegt alles.
Kortom, mijnheer Bouchez heeft voor duistere redenen de formatie getorpedeerd en iedereen in dit land betaalt er de rekening voor. Hij zelf wil zich nu met leugens allerhande vrijpleiten van de verantwoordelijkheid voor de schade die hij wel degelijk aangericht heeft. En sommigen op sociale media trekken zijn kaart maar dat heeft telkens alles te maken met ofwel gebrek aan kennis over de fiscaliteit, begrijpen wat er in de nota van De Wever stond, of eenvoudig een afkeer van onze voorzitter.
De komende weken zullen we kunnen vaststellen of MR vasthoudt aan hun brokkenpiloot als voorzitter, die al jaren de federale politiek teistert en ons af en toe op de VRT in het Frans komt vertellen hoe goed hij het meent met Vlaanderen.
En tenslotte de hamvraag, als een Vlaams nationalist eerlijk probeert België te redden en daarbij door een Waalse belgicist onderuit wordt gehaald, valt dat land dan nog wel te redden?
Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.