U bent hier
Een uitdaging voor optimisten
Het laatste artikel dat u van mij kon lezen dateert reeds van augustus. Hetgeen wij in onze media kunnen lezen, horen of zien is vaak dermate pessimistisch dat ik weinig inspiratie vond om iets te schrijven. Indien de realiteit ongemakkelijk is hoeven wij deze niet te verbloemen, maar alle gebeurtenissen dramatiseren en er onheil in zien, is misschien voordelig voor de oplage en de kijkcijfers, maar het werkt wel demotiverend.
Er is het optimisme waarbij wij de gebeurtenissen zien als fantastisch en er met veel lof en positivisme over berichten, maar er is ook het optimisme waarbij wij de moeilijkheden waar we vandaag mee geconfronteerd worden, bekijken als opportuniteiten waar we met de nodige innovatie toch een positieve wending aan kunnen geven voor de toekomst. Indien we daar niet meer in slagen, krijgen we activisten die zichzelf vastlijmen aan kunstwerken en andere voorwerpen omdat zij als onheilsprofeten de wereld willen duidelijk maken dat het einde nabij is. Het is een gevaarlijke vorm van activisme en pessimisme.
Zelf kies ik voor het activisme van de optimisten.
Oorlog
Toen het Russische leger Oekraïne binnenviel, was dit niet echt een verrassing voor wie de geopolitiek van nabij volgde. Dat een narcistisch imperialist zoals Poetin, na de onrechtmatige annexatie van de Krim, ook nog een oostelijke verbinding wou tussen Rusland en de Krim was voorspelbaar. Dat hij ook zijn invloedssfeer wou versterken door de Westers gezinde Oekraïense regering te vervangen door Russisch gezinde marionetten, was ook niet moeilijk te raden.
Wat iedereen wel heeft verbaasd, en niet in het minst de NAVO bevelhebbers, is dat Rusland niet als een pletwals op enkele weken tijd de militaire weerstand van de Oekraïense strijdkrachten heeft verpletterd.
Dit is een reden voor optimisme. Rusland is een gevaarlijke kernmacht en daar moeten we met uiterste bezorgdheid mee omspringen. Maar anderzijds is het Russische leger nog steeds wat het altijd geweest is, sedert de Russisch-Japanse oorlog van 1904-1905, namelijk een contingent van ongemotiveerde, slecht opgeleide en bewapende mobilisatiestrijders.
De enige sterkte van Rusland is de hoeveelheid soldaten die ze kunnen mobiliseren en de onmenselijke wijze waarop ze deze mensen inzetten als puur kanonnenvlees. De cijfers spreken voor zich, ongeveer 1,8 miljoen doden in WOI en 10 miljoen in WOII.
Net zoals destijds in Stalingrad wil Poetin vandaag opnieuw de strijd in zijn voordeel beslechten door massaal te mobiliseren en mensenlevens te offeren.
Maar toch is er hier voor ons een reden tot optimisme. Mocht het ooit tot een rechtstreeks gewapend conflict komen tussen Rusland en de NAVO is het zaaks om onze logistieke lijnen sterk te houden, onze mensen aan het front regelmatig rustperiodes te gunnen en de aanvoer van voedsel en munitie veilig te stellen. Rusland is een beer op lemen poten.
Voor Oekraïne is het te hopen dat er in Rusland tegenstand groeit als het aantal slachtoffers onder de militairen toeneemt en dat de vrede in het land kan terugkeren.
Ook al hebben Ursula von der Leyen en andere EU-toppers ten overstaan van Oekraïne heel wat dwaasheden verteld, zou het goed zijn dat het land na de vrede een handelsovereenkomst kan sluiten met de EU en dat er samen aan de wederopbouw kan worden gewerkt.
Vivaldi
Eigenlijk had ik gehoopt om nu iets te kunnen schrijven over de verkiezingen die spoedig zouden plaats vinden, maar jammer genoeg strompelt de manke draak Vivaldi nog steeds verder.
Persoonlijk blijf ik overtuigd dat zij de rit tot 2024 niet zullen uitdoen. Indien er vandaag verkiezingen zouden zijn is de kans klein dat de Vlaamse Vivaldipartijen het goed doen, met uitzondering van Vooruit, hoewel niemand begrijpt waarom. Voor de Waalse partijen maakt het niets uit want ze zitten allemaal in de regering met uitzondering van de twee dwergen, Les Engagés en Défi, en de communisten. Aangezien de regering dermate verlamd is, zal het resultaat in 2024 niet anders zijn dan vandaag, dus waarom verder doen? De meeste partijen willen weg van samenvallende verkiezingen en bovendien zouden federale onderhandelingen vandaag waarschijnlijk net iets minder moeilijk zijn, dan wanneer op samenvallende gewestelijke verkiezingen onze partij en Vlaams Belang samen in Vlaanderen een meerderheid zouden halen. Dus, ik blijf gokken op een wissel in 2023.
Reden voor optimisme is dat een groeiend deel van de bevolking, ook aan Franstalige kant, gaat inzien dat de huidige belgicistische structuur totaal onwerkbaar is. De recente publicatie over de kabinetten, waarbij blijkt dat de Waalse regering 501 kabinet medewerkers heeft, de Brusselse 411, de Franstalige gemeenschapsregering 276 en de Vlaamse regering slechts 219, heeft ook Franstaligen in de pen doen kruipen.
Paul Magnette ziet Vivaldi nog verder doen tot 2030 en vanuit zijn standpunt is dat een optimistische visie. In Vlaanderen zijn er ook pessimisten die dat geloven maar ik hoor daar niet bij. Vivaldi is niet een gewone regering waarbij wij een beetje ongelukkig uit de boot zijn gevallen. Het is een antiregering van de kleintjes die een cordon sanitair heeft opgeworpen rond de twee Vlaams nationalistische partijen, die niet toevallig de twee grootsten van het land zijn. Iets dergelijks kun je niet herhalen want dan wordt het een revolutionaire houding jegens de democratie.
Onze voorzitter is een voorstander van evolutie, niet van revolutie, en dat siert hem, maar de grootste partij van het land kan zich niet aan een dergelijke behandeling, of is het mishandeling, blijven onderwerpen.
De wereldwijde economische situatie, de inflatie en de totaal gewijzigde energiemarkt zijn ook voor Vlaanderen een enorme uitdaging. Ondanks de jaarlijkse onterechte transfers naar Brussel en Wallonië groeit de welvaart hier en zelfs de laatste tewerkstellingcijfers zijn voor Vlaanderen stijgend (in tegenstelling tot Brussel en Wallonië). Dit neemt niet weg dat de minder rooskleurige verwachtingen ons verplichten om sterk te besturen en in te grijpen waar nodig. Er is geen ruimte meer voor toegeeflijkheid aan Franstalige onwil inzake belemmeringen op de arbeidsmarkt of misbruik van solidariteit, en dus zullen onze politici veel sterker moeten opkomen voor de belangen van Vlaanderen en haar bevolking. De evolutie die onze voorzitter nastreeft kan dan ook noodzakelijkerwijze een beetje meer revolutionair zijn dan oorspronkelijk bedoelt. En dat is ook een vorm van optimisme. De druk naar verandering die we vanuit Vlaanderen nooit hebben willen te sterk doordrukken, moet er nu misschien komen wegens de omstandigheden.
Laat ons hopen dat alle politici, van gelijk welke strekking, die het ernstig menen met de welvaart van alle Vlamingen, samenwerken aan een nieuwe structuur met de Walen als het kan, zonder de Walen als het moet. Ook dit is een uitdaging voor optimisten.
Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.