U bent hier
Geen belastingverlaging meer in Merelbeke tijdens deze bestuursperiode
Op de gemeenteraad van 20 december 2022 stelde raadslid Guido Mortier (N-VA) voor de gemeentebelasting op de personenbelasting te verlagen van 7,7% naar 7,5%, omdat daar genoeg financiële ruimte voor was. De bestuurscoalitie (CD&V, Open VLD en Vooruit), maar ook oppositiepartij Groen, stemden tegen.
Volgens het ontwerp van meerjarenplanaanpassing nr. 3 voor de periode 2020-2025 bedraagt het beschikbaar budgettair resultaat (d.w.z. de ontvangsten verminderd met de uitgaven) 1.614.900 EUR in 2023 en 2.152.635 EUR in 2025. De autofinancieringsmarge (d.w.z. de mate waarin het bestuur in staat is om de jaarlijkse aflossingen van de leningen te betalen) bedraagt 4.356.411 EU in 2023 en 4.169.987 EUR in 2025.
De financieel directeur zei hierover op de gemeenteraadscommissie van 13.12.2022 terecht: “Er is genoeg marge”.
De geraamde ontvangsten uit de gemeentebelasting op de personenbelasting bedragen in het meerjarenplan:
in 2022: 12.411.268 EUR
in 2023: 16.004.736 EUR
in 2024: 14.409.803 EUR
in 2025: 15.202.461 EUR.
De grote meerontvangst in 2023 van bijna 3,6 mio euro dan in 2022 wordt verklaard door een beslissing van de federale minister van financiën om in 2023 als federale tussenkomst in de stijgende energieprijzen en de sterke inflatie 14 maanden uit te betalen i.p.v. 12 maanden, d.w.z. 2 maanden extra. De normale geraamde ontvangsten in 2023 zouden anders 13.718.345 EUR bedragen hebben. Hieruit valt onmiddellijk op hoe weinig impact de coronacrisis heeft gehad op de belastingontvangsten van de gemeente Merelbeke, vermits de opbrengst van de gemeentebelasting op de personenbelasting elk jaar fors toeneemt.
De gemeente Merelbeke ontsnapt natuurlijk ook niet aan de sterk gestegen energieprijzen en de stijgende loonkosten door de opeenvolgende indexeringen van de salarissen van het personeel maar uit het aangepast meerjarenplan blijkt dat de gemeente Merelbeke deze onverwachte meerkost aan stijgende lonen en energiekosten goed kan opvangen.
Voor de stijgende rentevoeten op de leningslast is de gemeente Merelbeke zo goed als immuun. Ongeveer 80% van de leningen werden afgesloten met een vaste rentevoet van amper 0,5% of meer, zonder de 2% te overschrijden. Voor nieuwe leningen in 2023 en 2024 wordt rekeningen gehouden met een rentevoet van 4%.
Het tarief van de gemeentebelasting op de personenbelasting werd bij gemeenteraadsbesluit van 15 december 2019 (3 jaar geleden!) voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2022 vastgesteld op 8% en voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 op 7,7% van het belastbaar inkomen van elke inwoner.
Een vermindering van de gemeentebelasting op de personenbelasting van 7,7% naar 7,5% ‘kost’ de gemeente afgerond amper 274.000 EUR per jaar en betekent voor een modaal gezin toch een belastingbesparing van 50 tot 100 EUR per jaar.
Er is zeker meer dan voldoende marge op de gemeentebelasting op de personenbelasting voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 te verlagen van 7,7% naar 7,5%. Het gemiddelde tarief van deze belasting bedraagt voor alle Vlaamse steden en gemeenten slechts 7,18%.
De ontvangsten en de uitgaven van de gemeente blijven – zelfs met een belastingverlaging naar 7,5% – ruim in evenwicht. Het zou voor de inwoners een welkome verlichting zijn van de gemeentebelasting in tijden van de stijgende energieprijzen en de door de inflatie toegenomen levensduurte in het algemeen.
Het realistisch voorstel van de N-VA-fractie om de gemeentebelasting op de personenbelasting voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 te verlagen van 7,7% naar 7,5% werd weggestemd door de bestuursmeerderheid (CD&V, Open VLD, Vooruit) omdat men de ‘spaarpot’ van 2.152.635 EUR wil behouden voor onvoorziene tegenvallers zoals corona, stijgende energieprijzen, … Op zijn minst eigenaardig is dat een zich sociaal noemende partij als Groen eveneens het voorstel tot belastingverlaging wegstemde.
De schepen van financiën Tim Dekeukelaere (Open VLD) zei dat hij lang getwijfeld had om de door de N-VA-fractie voorgestelde belastingverlaging toch door te voeren.
Het spijtige van de zaak is dat 2023 het laatste jaar is waarin men een belastingverlaging kan doorvoeren. Het laatste jaar van een legislatuur (2024) is een belastingverlaging wettelijk niet meer mogelijk.