U bent hier
Gemeenschapslandbouw mogelijk maken
Al in de 15de eeuw exporteerden Vlaamse boeren en tuinders hun producten. Vlaanderen was de groentetuin van Europa. Vandaag staat de land-en tuinbouw voor een grote transitie in haar productiemethoden en bedrijfsvoering. Ook in onze gemeente zijn de bloemisterijen verdwenen en tellen wij nog amper enkele land- en tuinbouwers in hoofdberoep. Deze nefaste evolutie heeft naast een economische ook een ruimtelijke weerslag. Wie zal de open ruimte bewaken en bewerken in de toekomst? Het agrarisch open gebied in stand houden vraagt land- en tuinbouwers die ook de taak van landschapsverzorger kunnen opnemen. Want ook in landbouwgebieden moet de natuur beschermd worden, denk maar aan de waterkwaliteit in onze beken. Daarnaast moet de economische ontwikkeling van kleinschalige land- en tuinbouwactiviteiten met o.a. bio-gecertificeerde producten mogelijk gemaakt worden. In onze sterk verstedelijkte gemeente zullen wij kwalitatieve land- en tuinbouwclusters moeten verweven. De harde grens tussen woon- landbouw – en groengebieden is niet langer strikt aan te houden. Daarom pleit onze fractieleider Rik De Vis om in het Gemeentelijk Ruimtelijk Beleidsplan (GBR) zones voor ‘gemeenschapslandbouw’ te voorzien. Nieuwe innovatieve activiteiten zoals: pluktuinen, wijnbouw, groenteteelt, gespecialiseerde landbouwgewassen, de ontwikkeling van de korte keten, … moeten de jonge Vlaamse tuin- en landbouwer opnieuw een toekomst geven. De schepen van Landbouw en Ruimtelijke Ordening was bereid om bij de opmaak van het GBR deze visie mee uit te werken.