Het DNA van Vlaanderen

Op 20 juli 2020, over deze onderwerpen: Opinie

‘Het DNA van Vlaanderen’ is de titel van een interessant boek, geschreven door Ivan De Vadder en Jan Callebaut. Aan de basis van het boek liggen drie vergelijkende studies in 2009, 2014 en 2019 waarbij via bevraging een overzicht werd gemaakt van wat de Vlaamse kiezer belangrijk vindt, zijn wensen en bezorgdheden. 
Tijdens mijn vakantie op het eiland Oléron heb ik het gelezen en ik wil er graag enkele dingen met u uit delen en aanvullen met enkele persoonlijke reflecties.

 

Het DNA van de Vlaamse kiezer en van de Vlaamse partijen

Het boek geeft een overzicht van wat de Vlaming wou in de drie bevragingsjaren en daar zit veel variatie in.
Ongeveer het enige wat over de jaren constant blijft is de voornaamste bezorgdheid, of noem het de angst van de Vlaming: ongeneeslijk ziek worden. Zowel in 2009 als in 2014 en 2019 is het dat waar de Vlaming van zegt wakker te liggen. 
Eigenlijk is er nog een constante, op de vraag waar de Vlaming het minste vertrouwen in heeft, is het antwoord tijdens de drie jaren: de politici. 
Verder wijzigen de antwoorden in functie van de omstandigheden op het moment van de enquete, en dat is op zich heel normaal.
Zo zien we dat in 2009 veel antwoorden in functie zijn van de bankencrisis en de wereldwijde economische crisis die daar mee samen gaat. Mensen zijn bezorgd over werkgelegenheid en pensioenen zowel voor zichzelf als voor hun kinderen.
In 2014 richt die bezorgdheid zich meer op migratie en op de bestuurbaarheid van België. Ook dit is een gevolg van enerzijds de toenemende migratie via de Middellandse en Adriatische Zee, en anderzijds wegens de moeilijkheden in 2010 tot het vormen van een regering.
Het klimaat, de migratie en de pensioenen zijn dan weerom in 2019 belangrijke topics. Na de migratiegolf van 2017 is dat onderwerp dan ook niet verbazend, net zoals de pensioenen, nadat de regering de pensioenleeftijd heeft verhoogd maar anderzijds valt het ook op dat een onderwerp zoals klimaat belangrijk wordt, omdat de media daar continu aandacht voor heeft.
Uit de resultaten van de drie studies distilleert het boek verder 6 persoonlijkheidskenmerken waaronder de Vlamingen kunnen worden ondergebracht. Ook, en nu wordt het interessant, analyseert het boek het profiel van iedere Vlaamse partij en legt het verband tussen deze profielen en de persoonlijkheidskenmerken. 
Al wie aan politiek doet, zou zeker dat stukje van het boek moeten lezen. Het toont aan dat het DNA van de partijen eigenlijk rigider is dan het DNA van de Vlaming, waardoor partijen eigenlijk onvoldoende inspelen op de verwachtingen van de kiezer. Onze partij komt daar alles bij elkaar behoorlijk goed uit en het is dan ook niet verwonderlijk dat wij (nog steeds) de grootste partij zijn. Er zit wel een gevaarlijk element in, namelijk eerlijkheid. Naarmate wij meer meebesturen verliezen wij vertrouwen van de kiezer. En, hoe kan het ook anders, Vlaams Belang en PVDA halen de hoogste score inzake eerlijkheid. Niemand kan hen verwijten dat ze hun beloften niet nakomen, ze krijgen namelijk nooit de uitdaging om het te proberen. 

Het boek is wel langdradig, en moest men niet zo vaak in herhaling vallen, zou men gemakkelijk de 323 pagina’s met een honderdtal stuks kunnen inkorten. Ook zijn er een aantal grafieken en tabellen waar ik een goed vergrootglas nodig heb om ze te kunnen lezen.  Maar het blijft een waardevolle studie die voor elke partij nuttige informatie verschaft en ik ben dan ook blij dat ik het doorworsteld heb.

DNA doctor spelen

Toegegeven, beste lezer, ik heb geen drie academische studies gemaakt over het onderwerp, maar ik voeg hier graag een aantal persoonlijke bedenkingen toe op basis van vijftig jaar politieke interesse.
Jan Callebaut verbaast zich erover dat drie partijen die hun oorsprong hebben in de 19e eeuw nog steeds bestaan. En inderdaad is het verbazend dat in een wereld die dermate veranderd is, de katholieken, liberalen en socialisten nog steeds scoren met waarden die al lang voorbijgestreefd zijn.
We zien echter wel dat deze drie partijen die in de vorige eeuw samen nog goed waren voor 90% van de stemmen, het vandaag nog met een derde moeten doen, en ik ben overtuigd dat de achteruitgang verder gaat.
Waarom zijn zij zo lang machtig gebleven?  Ik denk dat de verzuiling daar veel mee te maken heeft. Zeker katholieken en socialisten hebben naast hun politieke vleugel een ijzersterk netwerk opgebouwd via hun vakbond en mutualiteit. De liberalen zijn daar later mee begonnen en zijn er minder succesvol in gebleken, maar toch. En verder vormen deze laatsten een partij voor wie zich meer aangetrokken voelt tot individualisme, want het is een IK-partij in tegenstelling tot de katholieken en socialisten die absoluut WIJ-partijen zijn.
Vakbonden, mutualiteiten en politieke fracties hebben voortdurend elkaar bevrucht. De twee eersten werden regelmatig (oneerlijk) bevoordeeld door hun partij, denk bijvoorbeeld maar aan de uitbetaling van werkloosheidsvergoedingen door de vakbonden, en anderzijds waren zij de kweekvijvers voor gekende kandidaten op kieslijsten. 
Wie de mémoires leest van Wilfried Martens of andere boegbeelden krijgt een goed inzicht hoe in de vorige eeuw de politieke besluitvorming gebeurde binnen die netwerken. Wij werden bestuurd, deels door verkozenen en deels door de machtigen achter de gordijnen en toch noemde iedereen het democratie. 
De interactie tussen zuilen en politieke partijen brokkelt vandaag af. Naarmate CD&V minder macht krijgt neemt beweging.net steeds meer afstand en verschuift naar links, daar waar voor de CD&V  steeds minder kiezers te vinden zijn.
De binding binnen beweging.net is groter dan binnen de socialistische zuil. Zo staat ABVV/FGTB veel losser van de Bond Moyson, die wel nog sterk aanleunt bij de socialistische familie, en verschuift de rode vakbond kompleet naar PTB/PVDA. Zij zijn daar ook meer op hun plaats, want de statuten van de rode jasjes lezen meer als een boek van Marx dan als een sociaal-democratische visie op de samenleving.
CD&V en SPA zullen echt met een nieuwe visie moeten komen, anders gaan zij in Vlaanderen langzaam uitdoven.
Onze uitdaging voor de toekomst is dan ook groot. Wij moeten politiek scheiden van zuilen en de groei van niet-politiek gebonden mutualiteiten en vakbonden promoten. Partijen moeten ongebonden hun ideologie en/of visie kunnen voorstellen en bepleiten. De politieke besluitvorming moet genomen worden door de verkozenen, en tot stand komen na overleg met een onafhankelijk middenveld. Wij moeten in ons beleid voldoende aandacht hebben voor sociale correctie maar het socialistisch pamperbeleid blijven bestrijden, want dat is nefast voor initiatief en het doodt ondernemingsgeest. In een gezonde samenleving wordt verantwoord risico aangemoedigd en niet bestraft.
Wij hebben binnen onze N-VA een schat aan competenties en een visie vol gezonde normen en waarden. Gelukkig hebben wij ook een flinke spaarpot waaruit we kunnen investeren in marktkennis en doelgerichte communicatie. Ik hoop dat er ook een masterplan bestaat dat deze voordelen kan omzetten in blijvend marktleiderschap. 

Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is