U bent hier
Provincie laat Kasteel D’Hoop slopen – Merelbeke is diep verontwaardigd
Op vraag van de N-VA en Groen heeft de gemeenteraad unaniem een motie goedgekeurd gericht aan de provincie waarin we onze diepe verontwaardiging uitspreken over de sloop van Kasteel D’Hoop en enkele eeuwenoude bomen in de Heidestraat.
In Merelbeke is iedereen het roerend eens over de erfgoedwaarde van kasteel D’Hoop in de Heidestraat met de schitterende parkachtige tuin en enkele eeuwenoude bomen. Het kasteel zelf staat op de lijst van onroerend erfgoed en vijf van de zes bomen zijn erkend als houtig erfgoed.
Toen een projectontwikkelaar een aanvraag indiende om het kasteel te slopen en de bomen te rooien, adviseerde de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar logischerwijs tegen. Het college van burgemeester en schepenen volgde de beslissing en verwierp de aanvraag.
Iedereen akkoord, behalve de deputatie
De projectontwikkelaar tekende beroep aan bij de provincie. Ook de provinciale stedenbouwkundige ambtenaar adviseerde tegen.
Maar de deputatie van CD&V, Open VLD en sp.a legde al die adviezen en beslissingen lompweg naast zich neer en gaf de bouwheer zijn zin. Eind oktober gingen het kasteel en de bomen tegen de vlakte.
Verontwaardiging en de roep om beter te doen
N-VA en Groen stelden daarom een duidelijke motie op gericht aan de provincie met drie duidelijke boodschappen:
- Verontwaardiging tegen de onbegrijpelijke beslissing
- Protest tegen het feit dat de provincie geen rekening heeft gehouden met adviezen van de Erfgoedcommissie
- Een duidelijke oproep om in de toekomst meer respect te tonen voor gemeentelijk erfgoed en gemeentelijke beslissingen
De motie werd unaniem goedgekeurd.
Rik De Vis zal als provincieraadslid de kat verder de bel aanbinden en de deputatie oproepen om omzichtiger te werk te gaan bij bouwberoepen en vooral wanneer ze daarmee in gaan tegen het advies van hun eigen provinciale stedenbouwkundige ambtenaar.
Gedane zaken nemen jammer genoeg geen keer. We kunnen enkel hopen dat deze motie voor de toekomst zal leiden tot wat meer respect voor de gemeentelijke bevoegdheid om de eigen ruimtelijke ordening in te vullen.