U bent hier
Uitdagingen bij de vleet
Misschien voelt u het ook aan, zelf heb ik wel het gevoel dat het water naar het kookpunt verhit. We zien de onbestuurbaarheid groeien op het federale niveau, en ook het Vlaamse krijgt daardoor af te rekenen met wat we zo mooi ‘collaterale schade’ noemen. En ook buiten België zien we hoe moeilijk onze leefwereld wel wordt. Het anders zo rustige Oostenrijk neemt drastische corona maatregelen. In Nederland hebben ze na 250 dagen nog steeds geen regering en ook in Duitsland is er momenteel nog geen regeerakkoord. De klimaatfanatici zijn hoogst ontevreden na Glasgow, en zo kunnen we nog wel een lang lijstje opnoemen van dingen die niet echt de goede richting uitgaan. Uitdagingen dus, en men heeft ons steeds geleerd dat dit ook opportuniteiten zijn.
Federaal of confederaal, hoe moet het nu verder met de Belgische Staat?
Cijfers zeggen veel en de schuld van de gewesten tegenover hun inkomsten geeft hallucinante verschillen. In Vlaanderen bedraagt die schuld 83%, in Brussel 186% en in Wallonië 260%. Vergeef mij als ik er bij dat laatste enkele procenten naast zit, maar die maken hoegenaamd dan ook geen enkel verschil meer.
Dat je tot die enorme verschillen kunt komen zegt iets over de dualiteit en de onbestuurbaarheid van dit land maar het zegt ook dat teruggaan naar unitaire toestanden geen oplossing is. We gaan dan een slecht gemiddelde als algemeen resultaat zien, maar we zullen geen idee hebben waar we dan moeten gaan sleutelen.
En laat dat unitaire nu precies datgene zijn waar de belgicistische partijen naartoe willen, opnieuw herfederaliseren of zelfs terug naar het oude unitaire model van voor 1970 zodat er maar één enkele verantwoordelijke minister is voor elke bevoegdheid. In Vlaanderen hebben wij slechts één bevoegde minister, bijvoorbeeld voor gezondheid, met daarnaast één federale en zeven Franstaligen. Misschien zou het dus al een uitstekend idee zijn om die zeven te reduceren tot één zodat akkoorden kunnen gemaakt worden tussen drie ministers in plaats van negen. Maar goed, nu zijn we al aan het hervormen.
Iedereen met een minimum aan gezond verstand is het er inmiddels over eens dat België moet bijgestuurd worden, want zo kan het niet verder.
Tot hiertoe is er slechts één partij die daartoe een concreet plan heeft voorgesteld en daar nog steeds aan houdt en dat is onze N-VA. Over de naam kun je discussiëren maar we noemen het confederalisme. Zelf ben ik met die naam niet bijzonder gelukkig, want wat we willen realiseren is niet echt een confederaal model tussen onafhankelijke staten, maar eerder een bijzonder ver doorgedreven federaal model. Maar goed laat ons kijken naar de inhoud en niet focussen op de naam.
Voor wie het niet meer zo goed weet, hier nog even zeer kort samengevat:
- We geven alle bevoegdheden aan de twee gewesten (Vlaanderen en Wallonië), behalve datgene wat we nog samen willen doen.
- Op federaal niveau ontvangen we nog enkel de BTW inkomsten en accijnzen die we gebruiken om de Belgische staatsschuld af te betalen.
- Gewest Brussel is enkel verantwoordelijk voor de grondgebonden materie, voor persoonsgebonden materie kiezen de Brusselaars tussen het Vlaamse of Waalse model.
Echter, binnen de huidige politieke context met unitaire partijen zoals Groen/Ecolo, PVDA/PTB en de liberale partijen die liever federaal besturen vanuit politieke families, is de kans bijzonder klein dat we tot een dergelijke verre regionalisering kunnen komen.
Vergeet trouwens niet dat ons voorstel het nodig maakt om de grondwet voor een behoorlijk stuk te herschrijven, waardoor je eerst de grondwet herzienbaar moet stemmen met tweederde meerderheid en na de verkiezingen de gewijzigde artikelen opnieuw met tweederde meerderheid moet goedkeuren.
In onze partij wordt dan ook al wel eens gezegd dat, mochten we na de volgende verkiezingen enkele asymmetrische akkoorden kunnen afsluiten waarbij wij bijvoorbeeld het arbeidsbeleid kunnen regionaliseren, dit op zich al een flinke stap voorwaarts zou zijn. Dat is ook juist, en dat soort akkoorden kunnen naast de grondwet gestemd worden met een eenvoudige meerderheid, wat vroeger ook al wel is gebeurd, maar…ik heb daar toch wel bedenkingen bij. Arbeidsbeleid is een zware materie, en het zou mij niet verbazen mochten we bij wijzigingen als gevolg van Vlaamse decreten een probleem krijgen met vakbonden. Zij zouden protest kunnen aantekenen bij het Grondwettelijk Hof, en dan komen we niet tot beleid maar tot een juridische strijd.
U ziet, het doorhakken van de Belgisch-Gordiaanse knoop zal waarschijnlijk niet gebeuren met één enkele houw van een scherp zwaard. De uitdaging is immens, de opportuniteit is dat we Vlaanderen een enorme boost kunnen geven richting welvaart en behoud van een sterke sociale zekerheid.
Communicatie
Ons partijbestuur moet dansen op een slappe koord. Wij besturen in Vlaanderen als grootste partij, samen met twee coalitiepartners die deel uitmaken van de Vivaldiregering en dat maakt het niet eenvoudig. De federale regering is gevormd met als voornaamste doel onze partij uit het beleid te houden en de houding van die zeven coalitiepartijen is niet bepaald elegant. Via de pandemiewet overrulen ze graag de doelstellingen van de Vlaamse regering en onze partij en haar ministers in diskrediet brengen is zowat een nationale sport geworden.
Tot hiertoe is er geen formeel cordon sanitair gevormd rond onze partij, maar in werkelijkheid zitten wij op de federale banken in een soort schutskring, samen met Vlaams Belang en de communisten.
Bart De Wever, als goede strateeg, probeert enerzijds de andere partijen ervan te overtuigen dat, hoewel wij nooit het cordon onderschreven hebben, wij hoe dan ook nooit met Vlaams Belang zullen samenwerken. Dit is een eerste absolute vereiste om nog kans te maken op onderhandelingen met de andere politieke families.
Anderzijds is de communicatie van onze voorzitter erop gericht om onze partij als aanvaardbaar alternatief aan te bieden aan die kiezers die stilaan genoeg krijgen van de traditionele partijen waar ze tot hiertoe voor gestemd hebben. Daarom ook dat we vandaag liever geen commentaar geven op vragen over artikel 1 van onze statuten. We willen de fans van België niet op stang jagen.
Dat alles is perfect begrijpbaar en kan strategisch goed bedacht zijn, maar we moeten er toch ook nog voor zorgen dat onze communicatie duidelijk is. Onze boodschap mag niet zijn “Stem voor ons en wij zorgen wel voor jullie” maar moet zijn “Dit is hoe wij samen met jullie willen bouwen aan onze gezamenlijke toekomst”.
Vandaag is de N-VA de enige partij die belang hecht aan gemeenschapsvorming. Het boek ‘Identiteit’ van Bart De Wever gaat daarover.
De neo-liberale OpenVLD richt zich volledig op het individu en de globalisering. Links heeft nog uitsluitend oog voor wat hen electoraal nog wat stemmen kan opleveren, ook al gaat het dan over groepen die onze Westerse gemeenschap met haar normen en waarden willen vernietigen. Vlaams Belang schreeuwt ‘Eigen volk eerst’, maar levert geen enkele inspanning tot vorming van een sterke gemeenschap, heeft geen enkele duidelijke beleidsvisie en richt zich voortdurend op het ongenoegen van minderheden om daar nog wat electoraal succes te behalen. Tom Van Grieken bouwt niet aan een beleidspartij maar bouwt verder aan een zweeppartij van de ontevredenen.
Groen is geen echte ecologische partij maar een extreemlinks groepje met een groene vernis dat mensen wil verleiden die niet doorheen dat laagje prikken.
Daar zit voor ons een enorme opportuniteit omdat er nog steeds een meerderheid is van mensen die niet zoeken naar absoluut individualisme, maar naar het behoren tot een solidaire warme gemeenschap die een evenwicht nastreeft tussen welvaart en ecologie.
Onze communicatie moet zich daar op toe spitsen en we moeten dat doen in eenvoudige begrijpbare taal. Ons kiespubliek bestaat niet uitsluitend uit hoogopgeleiden, maar uit een doorsnede van alle Vlamingen, van diverse origine, die waarde hechten aan rechten en plichten, aan spaarzaam en doelmatig beleid, aan een voorspoedige toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen, aan de geborgenheid van een sociale gemeenschap. Dat is hetgeen ons differentieert van onze politieke tegenstrevers en dat is wat we zeer duidelijk moeten communiceren. Zoals Louis Tobback ooit succesvol campagne voerde met “Wij zijn uw sociale zekerheid”, moeten wij de Vlaamse harten veroveren met “Wij zijn uw warme Vlaamse gemeenschap”.
De weg naar succes is bezaaid met moeilijkheden en hinderpalen, maar de opportuniteit is enorm. Wij zijn geen zweeppartij of een partij die uitsluitend uit is op macht. Wij hebben een duidelijke beleidsvisie, die u trouwens gedetailleerd kunt lezen op onze website. Wij moeten afstand nemen van het individualisme, niet toegeven aan de machtsgeilheid, maar wij moeten bouwen aan een warm, sociaal en rechtvaardig Vlaanderen, bezorgd om zijn volk en hun leefmilieu, dat is de erfenis van de Vlaamse beweging, een grote verantwoordelijkheid die wij als politieke partij collectief hebben aanvaard.
Misschien zou het wel nuttig zijn om niet te wachten tot een groot congres in 2023, maar dat we op kortere termijn een stevige communicatielijn uitzetten die de burgers van dit land het verschil toont tussen de Vivaldi-leegheid en het N-VA engagement. Zelf blijf ik geloven dat de niet-homogene Vivaldiverzameling het huidige krakeel niet volhoudt tot 2024 en bij vervroegde verkiezingen is het een belangrijke opportuniteit indien onze Vlaamse bevolking een duidelijk alternatief voor ogen heeft.
Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.