U bent hier
Een nieuw rustoord: geen luxe, maar noodzaak!
Onze redacteur Christophe Vanderschueren ondervroeg OCMW-raadslid Jo Vanhoorebeke en gewezen OCMW-voorzitter Guido Mortier over hun visie over ouderenzorg in Merelbeke en de toekomstperspectieven op dit beleidsdomein. Een interview.
Christophe: Over welke ouderenvoorzieningen beschikt Merelbeke op dit ogenblik?
Jo: Er zijn momenteel 315 erkende rusthuiswoongelegenheden in Merelbeke. De belangrijkste zijn het OCMW-rustoord in de Poelstraat en het Provinciaal Zorgcentrum Lemberge. Maar naast deze rustoorden is er in Merelbeke een zeer uitgebreid aanbod aan thuiszorgdiensten zoals gezinszorg, poetshulp, thuisverpleging, pedicure, klusjesdienst, mindermobielencentrale en boodschappendienst die deels door het OCMW en deels door private thuiszorgdiensten zoals Familiezorg, Familiehulp en zelfstandige thuisverplegingsdiensten worden verstrekt.
Guido: Sinds een vijftal jaar heeft Merelbeke ook een dagverzorgingscentrum bij het bestaande OCMW-rustoord waar thuisblijvende bejaarden één of meer dagen per week kunnen verblijven. Recent werd het sociaal restaurant geopend waar bejaarden, maar ook anderen, voor de democratische prijs van 5 euro een volledige warme maaltijd kunnen nuttigen. Het OCMW van Merelbeke moet op het vlak van ouderenvoorzieningen zeker niet onderdoen voor andere gemeenten, wel integendeel.
Christophe: En hoe ziet de toekomst eruit op het vlak van ouderenvoorzieningen in Merelbeke?
Jo: Merelbeke telt nu ongeveer 4.300 inwoners tussen 60 en 80 jaar oud. Door de ‘vergrijzing’ zal dit aantal in 2025 (binnen 15 jaar!) 5.720 inwoners of 25% van de volledige Merelbeekse bevolking bedragen. Om deze stijging op te vangen moet Merelbeke tegen die tijd in minstens 100 rusthuiswoongelegenheden extra voorzien.
Guido: Vergeet daarenboven niet dat het huidig OCMW-rustoord al sinds 1982 in gebruik is en momenteel dus bijna 30 jaar oud is. Binnen 10 jaar zullen de huidige rusthuiskamers niet meer aangepast zijn aan de op dat ogenblik gangbare comfortnormen.
Christophe: Heeft Merelbeke dan nood aan een nieuw rusthuis?
Jo: In het ontwerp van het zorgstrategisch plan van 2004 was al een vervangingsnieuwbouw voorzien met 50 wooneenheden en een vernieuwbouw van het bestaande rustoord om te voldoen aan de nieuwe normering. Het totaal aantal woongelegenheden bleef echter nagenoeg gelijk. Dit volstaat niet! Zoals gezegd dienen er tegen 2025 ongeveer 100 bijkomende rusthuiswoongelegenheden beschikbaar te zijn.
Christophe: Waar moet het geld daarvoor vandaan komen?
Guido: Voor investeringen in rusthuiswoongelegenheden (zowel vernieuwbouw als nieuwbouw) kan het OCMW rekenen op 60% subsidies vanwege het VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden). Zelfs na aftrek van de subsidies mag het aandeel van het OCMW in deze belangrijke investering geraamd worden op minstens 6 miljoen euro. Om te vermijden dat dit bedrag integraal zou moeten geleend worden is het aangewezen dat het OCMW en/of de gemeente werk zouden maken van het voorzien van een voldoende reservefonds waarin jaarlijks een belangrijk bedrag zou opzij gezet worden. Dezelfde financiële techniek werd destijds gebruikt voor de bouw van het nieuw gemeentehuis en het zwembad van Merelbeke.
Christophe: En wat is de rol van het Provinciaal Zorgcentrum Lemberge, beter gekend als Joséphine Charlotte?
Jo: Het Provinciaal Zorgcentrum Lemberge is een autonoom provinciebedrijf, waarin de gemeente Merelbeke, samen met andere gemeenten, vennoot is. Zolang de provincie Oost-Vlaanderen deze instelling beheert neem ik aan dat de rusthuisvoorzieningen aldaar zullen blijven bestaan.
Guido: Ik vind dat de gemeente en het OCMW van Merelbeke zich financieel niet kunnen veroorloven om deze instelling van de provincie over te nemen omdat hierdoor geen enkele bijkomende woongelegenheid op het grondgebied van Merelbeke gerealiseerd wordt. Bovendien dateert het rustoord van Lemberge eveneens van 1980. Binnen een tijdspanne van 10 jaar zijn ook daar belangrijke aanpassingswerken, of zelfs nieuwbouw, onvermijdelijk. Het beste is dat de provincie Oost-Vlaanderen deze instelling verder blijft exploiteren.
Christophe: Is de bouw van een nieuw rustoord een prioriteit voor N-VA-Merelbeke?
Jo: Zeer zeker. Wil men in de volgende legislatuur beginnen met het bouwen van een nieuw rustoord, bij voorkeur op de bestaande campus in de Kloosterstraat en de Poelstraat, en daarbovenop het bestaande rustoord aanpassen aan de nieuwe normen, dan moet men nu reeds beginnen met het aanleggen van een voldoende reservefonds.
Guido: Voor N-VA-Merelbeke zal dit één van de speerpunten zijn van het verkiezingsprogramma voor de komende gemeenteraadsverkiezingen in 2012.