Dringend nood aan een duurzame en globale kijk op mobiliteit

Via een bewonersbrief werden wij op de hoogte gebracht van de resultaten van een enquête omtrent het tijdelijk eenrichtingsverkeer in de Wafelstraat. Het éénrichtingsverkeer wordt nl. niet meer weerhouden. Vanaf 13 januari is er tevens de aanvullende maatregel om de Motsenstraat niet meer in te rijden vanuit de Hundelgemsesteenweg. Daarbij vernamen wij dat binnen de zes maanden een evaluatie zal gebeuren en een onderzoek naar de bijkomende meldingen of problemen rond mobiliteit die via de enquête werden overgemaakt. Het nattevingerwerk in deze casus leidt tot wispelturigheid (tijdelijke opstelling in de Wafelstraat) of steunt op een ad hoc-hypothese (verwachting van sluipverkeer in de Motsenstraat). De terechte bekommernis van de inwoners omtrent de ‘verkeersleefbaarheid’ van hun straat wordt het best beantwoord met een ‘duurzame en globale kijk ‘op de mobiliteit. Een kokervisie leidt tot privatisering van de straat en verlegt of verschuift het probleem maar duwt de oplossing weg en creëert nieuwe knelpunten. Het gemeentelijk mobiliteitsplan en de omschreven actiepunten geven nochtans handgrepen die ook van toepassing zijn voor deze wijk. Daarbij zorgt een actieve betrokkenheid van de gemeentelijke begeleidingscommissie voor een globale gemeentelijke reikwijdte.

N-VA-fractieleider Rik De Vis formuleerde daarom op de gemeenteraad van 28 januari de volgende vragen:

- Vraagt de ontwikkeling van het sportpark Molenkouter geen opmaak van een mobiliteitsstudie voor de gehele wijk (Wafelstraat, Poelstraat, Motsenstraat en de trage wegen in het gebied)?

- Moet in deze mobiliteitsstudie ook niet de ontwikkeling van de nieuwe Zorgcampus OCMW betrokken worden (problematiek Poelstraat)?

- Stap men definitief af van de voorziene ontwikkeling van een Park&Ride parking van 279 parkeerplaatsen (RUP Molenkouter)?

- Wanneer wordt een studie aangevat omtrent de verdeelweg (advies Regionale mobiliteitscommissie van februari 2014)?

- Is het college bereid om de gemeentelijke begeleidingscommissie als actieve denktank te betrekken?