Extreemrechts, een fabel van links, islamisering, een fabel van rechts?

Op 31 mei 2021, over deze onderwerpen: Opinie

U kunt vandaag geen krant openslaan of geen TV-journaal bekijken zonder dat we in grote bewoordingen gewezen worden op de de gevaren van extreemrechts. 
Zopas werden enkele betogers tot celstraffen veroordeeld omdat ze vorig jaar in Mechelen een spandoek ontvouwden met daarop “Stop de islamisering”. 
Tijd dus om even rustig over deze dingen na te denken en een vrije mening neer te schrijven zolang ons dat nog gegund is, want de liberale excellenties van het Vivaldi-circus willen wetten die hun toelaten om andere dan hun eigen blauw-rood-groene meningen te verbieden en te bestraffen.

Mocht ik dus na deze nieuwsbrief in de Nieuwewandeling 89 te 9000 Gent belanden, reken ik op u om mij te voorzien van de typische appelsientjes, het adres hebt u bij deze al.

Wat is extreemrechts?

Op zich is dit een moeilijke vraag in tegenstelling tot ‘wat is extreemlinks’. Laat ons dus met het gemakkelijke beginnen. 
Om het zeer eenvoudig te houden kunnen we zeggen dat een linkse politieke visie voorstander is van collectivisme en zoveel mogelijk staatscontrole en -interventie. Extreemlinks is dan ook een strekking waarbij het collectivisme alle individualisme kompleet verdrukt en de staat totalitair is  onder één partij en één leider. Dit noemen we meestal communisme, maar ook fascisme is in die zin extreemlinks en je zou heel eenvoudig kunnen stellen dat het enige praktische verschil tussen beide politieke systemen erin bestaat dat fascisme wel privé-bezit en kapitalisme toestaat zolang de aandeelhouder zijn bedrijf maar laat werken in het belang van de staat en de partij.
Dit laatste laat ons toe om een bijzondere vaststelling te maken. Het communistische China is zichzelf aan het transformeren naar een vorm van fascisme, want vandaag zijn er zeer kapitaalkrachtige bedrijfsleiders in China, maar ze moeten stevig in de pas lopen van het beleid. We zien trouwens dat sommige Chinese miljardairs af en toe zwaar worden aangepakt en soms zelfs in de gevangenis belanden wanneer zij zondigen tegen de partijbelangen.
Er zijn vandaag reeds politicologen die het politieke spectrum beschouwen als een hoefijzer waarbij extreemlinks en extreemrechts naar elkaar toegroeien.
Een rechtse politieke visie kenmerkt zich dan weer door meer aandacht voor het individuele dan voor de collectiviteit en een overheid die zich toespitst op een beperkt aantal kerntaken en meer taken overlaat aan privé initiatieven. Een extreemrechtse visie zou in die definitie het collectieve kompleet vervangen door het individuele en een gemeenschap zowat zelfregulerend maken zonder tussenkomst van enige overheid. Dit is natuurlijk absurd en onwerkbaar en in die definitie bestaat er dan ook geen, toch bij mijn weten niet, politieke extreemrechtse partij.
De politicologe Elisabeth Carter definieert daarom extreemrechts als een visie die tegen de liberale democratische staat is, het parlementaire systeem en de scheiding der machten, maar ook tegen de gelijkheid van individuen op basis van ras, etniciteit en religie. Het is evident dat het nationaal-socialisme onder die definitie valt, maar ook fascisme hoort volgens Carter daartoe, alhoewel racisme niet in de kern zit van die ideologie en er bijvoorbeeld in de partij van Mussolini ruim Joden vertegenwoordigd waren tot er in 1938, onder invloed van Hitler, een antisemitische wet werd gestemd.

Dit is dan ook de definitie die wij meestal hanteerden kort na de Tweede Wereldoorlog. Als gevolg van alle verschrikkingen die gebeurden door de totalitaire regimes in Duitsland en Italië benoemden wij neonazisme en neofascisme als extreemrechts.

Extreemrechts, een fabel van links?

Ongetwijfeld zijn er vandaag in ons land individuen en groepen met neonazistische of -fascistische sympathieën en/of sterke racistische meningen. Het is goed dat de staatsveiligheid hier een oogje in het zeil houdt en ingrijpt indien er duidelijke aanwijzingen zouden zijn voor mogelijke geweldplegingen. Dit zijn echter geen krachtige stromingen zoals in Duitsland en Italië in de jaren na de Eerste Wereldoorlog en het is duidelijk overroepen dat er vanuit die personen en groepjes een groot gevaar zich ontwikkelt.
Het is wel een feit dat steeds meer mensen ontevreden zijn over het huidig federaal beleid en deze ontevredenheid manifesteren via de sociale media en door in enquetes hun kiesintenties te verschuiven weg van de traditionele partijen, iets wat deze laatsten uiteraard zorgen baart. Dit hoeft echter niet opgelost te worden door de staatsveiligheid, maar door beter beleid en respect voor de keuze van de kiezer.
In de definitie van Elisabeth Carter kunnen we zelfs in Vlaanderen helemaal niet spreken van een extreemrechtse partij, want geen enkele partij is gekant tegen de parlementaire democratie of heeft, vandaag, duidelijk racistische kenmerken. Migratie willen inperken en gekant zijn tegen de verspreiding van een behoorlijk totalitaire religie is niet hetzelfde als tegen de gelijkheid van individuen zijn. Je zou daarom beter spreken, en sommige buitenlandse politicologen doen dat, over een radicaal-rechtse partij in plaats van een extreemrechtse. 

Een fabel is het dus niet, extreemrechts bestaat, maar door de Vlaams-Nationalistische partijen dat label onterecht op te kleven insinueert links toch graag enige connectie met de jaren dertig. Vandaag hoor je niet vaak meer spreken over ‘de zwarten’ en ‘de collaborateurs’ want diegenen die nog leven zitten in het laatste kamertje van het bejaardentehuis, het modewoord is gewijzigd naar ‘extreemrechts’.

Islamisering, een fabel van rechts?

Vandaag schrijft Bart Somers in De Standaard “De islam is een deel van Vlaanderen, maar de islami­sering van Vlaanderen bestaat niet”. 
Op dezelfde dag in een interview bij De Tijd zegt Tom Van Grieken: “Vlaanderen is een land van kathedralen en belforten, niet van moskeeën en minaretten. De Vlaamse identiteit is verbonden met de democratie en de islam botst met ons idee van een democratie”.
Wie heeft nu gelijk?
In mei 1967 schonk koning Boudewijn het Van Humbeek paviljoen in Brussel aan de Saoedi-Arabische koning Faisal met de toestemming om er een moskee van te maken. Daarvoor bestond er in ons land geen moskee en ook geen islam. Samen met de eerste Marokkaanse en Turkse gastarbeiders deed deze in ons land zijn intrede.
Terwijl de kerken ontvolkten, ontwijd werden en andere bestemmingen kregen, groeiden de Turkse en Noord-Afrikaanse migrantengemeenschappen sterk en ontstonden er continu nieuwe moskeeën. Ook autochtonen bekeerden zich tot de islam waarvan velen oorspronkelijk kwamen uit christelijke middens.
Het was dus correct geweest indien Bart Somers had gezegd: “De islam is een deel van Vlaanderen aan het worden en de islamisering gaat gezwind vooruit”. Even terzijde, Vooruit is ook die politieke partij die vroeger bijzonder antiklerikaal was, die vandaag de islam op handen draagt, en die waarschijnlijk nog eens een naamswijziging doorvoert naar ‘De Vooruitbroederschap’.

Nochtans zijn Europa en de islam nooit goede vrienden geweest. Karel Martel versloeg een moslimleger in 732 nabij Poitiers, tussen 722 en 1492 bevochten christelijke- en moslimlegers elkaar op het Iberisch schiereiland, in 1453 viel Constantinopel in handen van de islamitische Ottomanen, in 1529 en in 1683 probeerden de Ottomanen Wenen te veroveren, en dat zijn slechts, samen met de kruistochten, de grote veldslagen tussen het christelijke Europa en de islam. Historisch gaapt er dus een grote kloof tussen Europa en de islam en de islamisering van Vlaanderen is geen fabel, maar een feit waarbij het aantal moslims gegroeid is van 4,5% in 2011 tot 6,3% in 2019.

De belangrijkste vraag is natuurlijk, kunnen Europa en de islam zich verzoenen?

Binnen de Europese geschiedenis hebben we mooie voorbeelden van vijanden die zich verzoenen.
Nadat het Europese rijk van keizer Karel de Grote verdeeld werd ontstond er gedurende eeuwen een strijd tussen de Franse koningen en de Duits-Oostenrijkse keizers. Napoleon Bonaparte heeft deze strijd bijzonder bloederig gemaakt met enorme veldslagen en miljoenen doden en deze vijandschap heeft vorige eeuw nog geleid tot twee wereldoorlogen. Neem mij niet kwalijk dat ik in deze erg kort door de geschiedkundige bocht ga 
Het Elysée verdrag van 22 januari 1963, afgesloten tussen De Gaulle en Adenauer maakte een eind aan de vijandigheid en gaf aanleiding tot een sterke Europese samenwerking tussen beide naties. Beiden hebben daarbij stappen naar elkaar gezet en oude veten geschrapt.
Het is daarom niet onmogelijk dat ook Europa en de islam oude veten van zich af zetten en stappen zetten naar een samenwerking, maar dat ligt toch heel wat moeilijker.
Duitsland en Frankrijk waren het oneens over geografie, economie en vanaf de 16e eeuw religie, met katholieken versus protestanten. Dat laatste punt was in 1963 al lang opgelost door de godsdienstvrijheid en De Gaulle en Adenauer moesten het enkel op een akkoord gooien over de definitieve landsgrenzen en over economische samenwerking, iets wat reeds werd gefaciliteerd door het EGKS verdrag van 1951. Cultureel waren er tussen beide naties geen grote verschillen.
Met de islam is net het culturele verschil enorm. De Europese normen en waarden, zoals de gelijkheid man - vrouw, gelijkheid tussen religies en absolute godsdienstvrijheid, de ondergeschiktheid van religie aan de burgerlijke wetgeving, zijn kompleet in strijd met de inhoud van de Koran. Christen wordt je door het doopsel en wie vaarwel zegt aan het christendom ondervindt daar geen enkel nadeel van. Moslim ben je indien een van je ouders moslim is, en de islam verlaten, de Ridda, wordt volgens de Koran bestraft met de dood. De islam verdeelt mensen tussen moslims en ongelovigen die minderwaardig zijn en bestreden moeten worden, met andere woorden er zit een sterke racistische basis in de Koran. 
Willen we daar uit geraken zou er een islam schriftgeleerde met voldoende autoriteit moeten opstaan die een aantal fundamentele waarden binnen de islam wijzigt, en aangezien deze godsdienst geen hiërarchie kent zoals het Rooms-katholieke geloof is de kans daartoe bijzonder klein. Alhoewel, de Marokkaanse koning Mohammed VI wil de islam toleranter maken voor vrouwen en heeft reeds vrouwelijke religieuze leidsters, morchida, aangesteld. Ook in België zijn er reeds negen van dergelijke morchida en sommige imams, zoals de Gentse Khalid Benhaddou kan terecht beschouwd worden als een voorstander van een verlichte islam.
Er is dus een sprankel hoop dat bij de Europese moslims de godsdienst deradicaliseert zoals dat ook is gebeurd bij de Europese christenen. Velen van deze laatsten laten vandaag hun kinderen nog dopen en hun communie doen omdat het prettige gelegenheden zijn om te feesten, maar zijn verder helemaal niet meer begaan met de religie. Indien er zich iets dergelijks voordoet bij de Europese moslims, verdwijnen culturele barrières en kunnen we vredig samenleven, maar tot het zover is vind ik de toenemende islamisering toch gevaarlijker dan enkele sporadisch extreemrechtse gekken, die we met de bestaande wetgeving voldoende onder controle kunnen houden.
Bovendien, indien politici, zoals Bart Somers en zijn linkse kompanen wetten gaan produceren die een tot hiertoe voornamelijk totalitaire en racistisch religieuze ideologie beschermen en de democraten vervolgen en opsluiten, die dit totalitair racisme aanklagen, zal ik mij niet eenzaam voelen in het staatshotel aan de Nieuwewandeling.

Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is