U bent hier
Verkiezingen in een nieuwe tijdsgeest
Herinnert u zich nog de eerste nieuwsbrief uit de Salisburylaan? Het was 30 maart 2020 en we zaten pas in de Covid depressie waarbij we niet meer konden vergaderen en dus verpakte ik mijn contactgemis in een brief die ik aan al onze bestuursleden stuurde. Het begon als een wekelijks initiatief, later kwam mijn inspiratie wat minder vaak maar kregen deze schrijfstukjes wel een plaats op onze website, waarvoor dank aan onze webmaster. Vandaag begin ik aan nummer 50 en daarom mag er deze keer een kleurig bloempje in de titel.
Enkele dagen geleden las ik de laatste lijnen in het boek ‘Tijdsgeest’ van Rik Torfs waarin hij, in zijn gekende stijl, dieper ingaat op alle veranderingen die onze generatie meemaakt in de manier waarop mensen denken en de gevolgen daarvan op normen en waarden. De technologische evolutie gaat in een versneld tempo en het is dan ook voor velen een uitdaging om zich aan te passen, maar ook onze manier van naar dingen te kijken evolueert steeds sneller, en zich daaraan aanpassen is misschien nog wel uitdagender.
Professor Torfs schreef daar een interessant en goed leesbaar boek over en dat inspireerde mij om na te denken over hoe deze veranderende tijdsgeest ook invloed heeft op de naderende verkiezingen. Uiteraard is daarbij de uitslag van de recente Nederlandse verkiezingen een extra stimulans.
De traditionele partijen verdwijnen
In de negentiende eeuw was de Belgische politiek het speelveld van de katholieke en de liberale partijen. Zij verdedigden beiden de betere burgerij maar vanuit twee tegengestelde standpunten, het katholieke, met toen nog een machtige Kerk, en het vrijzinnige waarbij binnen de liberalen ook de loge veel invloed had, en nog steeds heeft. Het blijft de grote verdienste van het socialisme dat zij als eersten aandacht hadden voor het lot van de arbeiders en het gewone volk en in de tweede helft van de negentiende eeuw zou hun protest steeds terecht luider klinken.
De eerste helft van de twintigste eeuw zien we afgetekend drie traditionele partijen, de socialisten die zich als linkse partij inzetten voor de gewone volksmens, de rechtse liberalen die zich richten naar de betere burgerij en de zelfstandigen, en de katholieken die als centrumpartij eten van beide walletjes. Het is ook een periode waar de Vlaamse strijd verder politiek gevoerd wordt en waarin uiteraard twee wereldoorlogen een enorme impact hebben op het leven en denken van iedereen.
Na 1945 blijft de Belgische politiek beheerst door de drie grote politieke partijen, waarbij de katholieke jarenlang de grootste partij blijft die regeert in coalities, vaak met de socialisten en iets minder vaak met de liberalen. Samen bouwen zij in een snel tempo aan groeiende welvaart, maar wel op basis van overheidsschuld die dramatische proporties gaat aannemen en waarbij zelfs geld moet worden geleend om de rente op vroegere leningen te kunnen betalen, iets wat wij het sneeuwbaleffect noemen.
Naast deze drie ontstaat er een snel groeiende Vlaamse partij, de Volksunie en een partij die zich specifiek richt naar het milieu, Agalev (Anders gaan leven) en die later zal evolueren naar de partij Groen, deze laatste met een stevige linkse ideologie. Vanaf de jaren zeventig ondergaat België een aantal staatshervormingen waarvan de verwachtingen aan Vlaamse en aan Franstalige kant totaal verschillend zijn. De compromissen die men daarbij maakt en waaraan de Volksunie deelneemt doet deze laatste partij opsplitsen, waarbij de harde kern van Vlaams nationalisten zich verenigt in een nieuwe partij, het Vlaams Blok.
De samenleving stapt in snel tempo weg van een praktiserend katholicisme en daardoor krijgt de katholieke partij het erg moeilijk vanaf het begin van deze eeuw. De huidige CD&V heeft natuurlijk nog een sterke zuil met een vakbond en een succesvolle mutualiteit waardoor zij macht behoudt, maar vandaag is deze partij niet meer het machtsbastion van vorige eeuw en is gereduceerd tot een tien procent partijtje.
De liberale partij gaat vanaf 2000 gedurende twee legislaturen besturen maar doet dat in een sterke linkse configuratie met de socialisten en met de groene partijen. Het resultaat is catastrofaal en de huidige OpenVLD kent vandaag, na een nieuw paars-groen avontuur tijdens deze legislatuur, een implosie waarbij kaderleden de partij verlaten of aan de kant worden gezet en men kan terecht stellen dat de kiesdrempel dichtbij komt voor de ooit zo machtige liberale partij.
De socialisten focussen zich steeds verder op uitbreidingen van de sociale zekerheid, soms tot in het absurde, en op de nieuwe electorale markt die zich ontwikkelt binnen de migratie. Daardoor verliezen zij hun origineel kiespubliek dat massaal overstapt naar het Vlaams Blok, de partij die vanaf 2004 Vlaams Belang wordt.
Een meerderheid van de bevolking kan zich niet langer vinden in een sociale zekerheid die zich steeds verder ontwikkelt tot een ongebreideld uitkeringssysteem, evenals in een gebrek aan migratiebeleid waardoor de toenemende illegale asiel- en migratiegroei een gevoel van gevaarlijke overrompeling schept. Rechtse partijen krijgen meer aanhang, het socialisme krijgt klappen en vindt geen boodschap meer die aanslaat waardoor ook die partij afglijdt naar een tien procent partij.
Aangezien de drie traditionele partijen op een bepaald ogenblik allen draaien rond elf procent van de stemmen, worden ze de elfjes genoemd.
Een andere tijdsgeest
De Volksunie valt begin deze eeuw uiteen in meerdere strekkingen waarvan er één sterk zal groeien, de Nieuw-Vlaamse Alliantie, onder stimulans van een begeesterend voorzitter, Bart De Wever. In 2014 bereikt onze partij haar voorlopig hoogtepunt om vervolgens wat terug te vallen omdat wij er niet in slagen de nodige communautaire hervormingen door te drukken. Sociaal economisch is de beleidsvisie sterk, maar ook daarin is het moeilijk scoren met traditionele partijen die in coalities op de rem staan en een federaal niveau dat nog steeds veel macht heeft en waar de Franstaligen niet bereid zijn tot hervormen.
Ook vandaag heeft de N-VA een sterke boodschap waarbij wij willen werken aan Vlaamse welvaart op basis van vier fundamentele waarden, gezonde overheidsfinanciën, lagere belastingen, een eerlijker sociale zekerheid en investeringen in innovatie. Om dit te realiseren moet er gesleuteld worden aan de staatsstructuur en onze partij kijkt daarbij niet langer prioritair naar Vlaamse onafhankelijkheid maar naar een Belgisch confederaal model waarbij beide gemeenschappen een eigen beleid kunnen voeren maar wel op basis van eigen financiële verantwoordelijkheid.
De grote tegenhanger op het politieke schaakbord is in Vlaanderen het Vlaams Belang. Het is eveneens een Vlaams nationalistische partij maar zij zien enkel heil in een splitsing van het land. Er leeft in die partij een obsessie om de grootste te worden en om dit te realiseren zoeken zij hun electoraat bij alle ontevredenen. Dat is een gevaarlijke visie, want geen enkele politieke strekking kan vandaag alle problemen oplossen omdat dit enerzijds onbetaalbaar is en anderzijds botst met internationale wetten en regels die gerespecteerd moeten worden.
Er is ook opnieuw een communistische partij die sedert begin deze eeuw parlementaire zitjes verovert en haar succes ziet groeien in de peilingen. Hun kiespubliek zijn linkse mensen die zich niet meer kunnen vinden in het socialistische beleid en de vele corruptieschandalen en die dan maar gaan voor extreem links, ook al hebben alle communistische avonturen tot hiertoe aangetoond dat het enkel leidt tot gelijkheid in armoede en onderdrukking van al wie een andere mening heeft.
Het onvermogen, of is het onwil, van de traditionele partijen om rekening te houden met wat leeft bij een meerderheid van de bevolking doet mensen kiezen voor meer radicale partijen, en dat is een fenomeen dat we in gans Europa zien. Radicaal rechtse partijen doen het goed in de verkiezingen en dat is een enorm verschil in tijdsgeest tegenover de tweede helft van vorige eeuw. Ik gebruik bewust het woord radicaal omdat ik niet akkoord ga met het woord extreemrechts. Links is er na Wereldoorlog II in geslaagd om het fascisme, dat politiek een extreemlinkse ideologie is, net zoals het communisme, als extreemrechts te benoemen. Wij hebben vandaag binnen ons politiek strijdperk geen partijen die uitgaan van een fascistische ideologie. Sommigen hebben over bepaalde onderwerpen een radicaal rechtse visie, maar dat maakt hen nog niet tot fascisten.
Een jaar geleden had ik Geert Wilders en zijn PVV in Nederland niet getipt als winnaar van de verkiezingen en vandaag haalt hij een doorslaggevende overwinning. Wilders heeft de laatste dagen wel de scherpste kantjes van zijn betoog weggevijld en de Nederlanders zijn duidelijk bijzonder ontevreden over de politiek van de laatste jaren en dat schept een tijdsgeest waarbij mensen bereid zijn anderen dan de traditionelen een kans te geven. Voor Nederland wordt het nu uitkijken welke coalitie er zal gevormd worden en wat het regeerakkoord zal inhouden.
Hoe Vlaams Belang naar de verkiezingen zal gaan weet ik niet. Worden ook daar de scherpe kantjes weggevijld of blijft men grof gaan? Wat ik wel weet is dat we moeten voorkomen om in Vlaanderen een soort Vivaldi coalitie in het leven te roepen want dan worden de noodzakelijke compromissen een nuloperatie zonder vooruitgang. We moeten er ook voor zorgen dat de kiezers ons niet gaan beschouwen als één van de traditionele partijen, want dat is de weg naar het elfenstatuut. Openlijk flirten met radicaal rechts is dan ook weeral niet de juiste houding, maar laat ons zeker niet met scheldpartijen en minachting van die partij een sterke underdog maken, want underdogs zijn bij velen geliefd.
Het wordt meer dan ooit dansen op een slappe koord, maar misschien moeten we wel berekende risico’s durven nemen. Stilstand is de weg naar de afgrond, voor het land maar ook voor de partij, en de tijdsgeest verandert constant en nodigt ook ons uit tot innovatief aanpassen. Het wordt een spannend en boeiend jaar.
Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.